maandag 10 december 2012


STAIJ BREDE INSPIRATIEMIDDAG EEN SUCCES
 
Op 28 november organiseerde het vindplaatsteam Wetenschap&Techniek  de eerste Staij-brede-inspiratie-middag  van 2012/2013.

In een vindplaats wordt rondom een thema onderwijs ontworpen, onderzoek gedaan en het leren van aankomende en zittende leerkrachten gestimuleerd.
 
Met de middag willen we goed zichtbaar maken wat er in de vindplaats gebeurt. Welke expertise er beschikbaar is. Welke betekenis de vindplaats heeft voor het opleiden en leren van onze leerkrachten binnen STAIJ.

In het inloopmoment tussen 15.00-15.30 uur werd de weg naar beschikbare expertise van onze partners zichtbaar.  Het wetenschapsknooppunt van de UvA presenteerde zich.  Het Cosmicus Montessori Lyceum gaf inzicht in het 8+ project.  Studenten toonden een lessenserie en legden de verbinding met de Orionwebsite (www.orion.nl) .  We presenteerden nog een aantal interessante websites  en gaven inzicht in de ontwikkeling op onze scholen.

Onze lector Wetenschap en techniek van de HvA gaf een lezing met als titel:eeft als titel;  
Natuur & Techniek-Denken en Doen
Natuur(wetenschap) en Techniek (W&T) worden met vaart de basisschool ingeduwd. Wat is de essentie van dit enorm brede maar ook opwindende leergebied? Wat kunnen kinderen daarvan opsteken? En hoe geef je vorm aan het onderzoekend leren dat gepropageerd wordt? Hoe krijg je kinderen van hands-on naar minds-on, van alleen doen naar denken bij het doen? Hoe begeleid je dat als leerkracht?  De lezing start met de essentie van W&T, gaat in op hands-on versus minds-on onderzoekend leren, en illustreert didactische tips met praktijkvoorbeelden uit STAIJ scholen en enkele video clips.

Onze vindplaatsscholen verzorgden workshops. 
Het filmpje geeft een impressie van de middag.
 
 
 

De middag was niet alleen bedoeld om kennis te delen, maar juist ook om ontmoeting mogelijk te maken.  Ben je als school bezig met ontwikkelingen op het gebied van Onderzoekend en Ontwerpend leren, boeit Wetenschap en Techniek je, dan was de middag een uitgelezen kans gelijksoortige denkers en ontwikkelaars te ontmoeten om vervolgens samen op te trekken.
 
De volgende STAIJ BREDE INSPIRATIE MIDDAG vindt plaats op woensdag 27 februari op OBS De Kraal en wordt verzorgd door de vindplaats Cultuuronderwijs.
Je bent van harte welkom.
 
Willem Plomp
Hoofd Opleidingen STAIJ

donderdag 29 november 2012

Mentorentraining succesvol afgesloten


De eerste mentorentraining van dit cursus jaar is op donderdag 15 november afgesloten. Maar liefst achttien deelnemers van zes scholen hebben gedurende vier bijeenkomsten hard gewerkt aan het leren begeleiden en adviseren van studenten. 

De reacties op de cursus waren positief. Een kleine greep uit de evaluatieformulieren:
Ik kan nu veel constructiever/meer bouwend feedback geven.
Ik heb meer inzage gekregen in de behoeftes van de student.
Ik heb ervaring opgedaan met verschillende benadering van eerste jaars studenten en oudere jaars studenten.
De competentiematrix in de praktijkgids geeft een mooi beeld van de ontwikkeling van de student, zodat je beter weet hoe je moet beoordelen. op niveau. Ook het mentorenprofiel is een handvat.
De reflectiecirkel van Korthagen en de Roos van Leary zijn handige instrumenten om bewuster feedback te geven.
Ik vond de werkvormen afwisselend.

De volgende training zal plaatsvinden op de woensdagen 30 januari, 13 februari, 6 maart en 20 maart van 14.30-16.45 uur.



U bent van harte welkom!

Jannie Tuin
Jeantine Geleijnse
Beiden cursusleiders

zaterdag 17 november 2012

Onderzoek moet je doen?


Vaak wordt er verbaasd gekeken als we vertellen dat tegenwoordig op de pabo onderzoek belangrijk wordt gevonden. Bij het woord onderzoek schieten er allerlei beelden en oordelen door onze hoofden en de media met de fraude op wetenschappelijk onderzoeksgebied heeft hier geen goede bijdrage aan geleverd. Wat maakt dan dat we op de Pabo-HvA dit toch willen en belangrijk hebben gemaakt? 



Allereerst wil ik dan het onderscheid maken tussen wetenschappelijk onderzoek (waarvan het doel is een bijdrage te leveren aan de maatschappij en de wetenschap in het bijzonder) en praktijkonderzoek (waarin de eigen praktijk en werkplek centraal staat). Wij willen graag de studenten  aanzetten tot ‘systematisch nadenken en uitproberen met betrekking tot een probleem waarvoor je een oplossing zoekt (Kallenberg et al., 2011. p. 91)’.  Het grotere doel is een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen en eigen lesvaardigheden en individuele kinderen in het bijzonder. Dit heeft ook te maken met onze snel veranderende maatschappij die steeds meer een lerende samenleving wordt en de ontwikkelingen in de technologie die elkaar snel opvolgen (Simons, 1999).


Om studenten voor te bereiden op het afstudeeronderzoek starten we in jaar 1 met practica onderzoeksvaardigheden. Voorbeelden hiervan zijn ‘systematisch kijken naar kinderen (observeren)’, ‘documenteren en analyseren’, interviewen en systematisch vragen stellen. Deze practica verbinden we met de praktijk door een beroepsopdracht te formuleren waarbij de studenten in hun eigen stageklas bijvoorbeeld kinderen op systematische manier gaan observeren of waarbij studenten ouders gaan interviewen over verwachtingen van de school. Hierbij nemen we student in jaar 1 bij de hand, laten we ze in het tweede jaar meer los (gaan dan zelf hoofd- en deelvragen formuleren) om ze tot slot in opdracht van de school in hun LIOjaar een afstudeeronderzoek te laten maken.

Wat levert dit nu op? Het laatst genoemde practicum , systematisch vragen stellen, vindt plaats in het eerste gedeelte van jaar 2, waarbij de studenten aan de hand van de hoofdvraag; “Hoe ga je om met verschillen tussen kinderen?” aan de slag gaan om een kritische beginsituatie vast te stellen. Dit doen zij zodat zij beter voorbereid periode twee in de stage aan de slag gaan en meer hun onderwijs kunnen afstemmen op de verschillende kinderen binnen hun eigen stageklas. Eén student trok de volgende conclusie:
“In mijn lessen ga ik voor divergente differentiatie: elk kind gaat op eigen tempo en niveau door de stof, elk met eigen leerdoelen. Ik wil bewust minder sterke kinderen vaak een beurt geven. Omdat zwakkere kinderen vaak minder opvallen is de valkuil dat alleen sterke opvallende kinderen een beurt krijgen. “

Jeantine Geleijnse (coach Pabo)


woensdag 31 oktober 2012

Kennisvaloriwatte…?


Kennisvalorisatie!
Huh?
Kennisvalorisatie is het benutten van wetenschappelijke kennis in de praktijk. Hogescholen, universiteiten en netwerken van bedrijven willen “met het creëren van kenniscombinaties de sleutel vinden om kennis te kunnen verzilveren in economische en maatschappelijke zin.”
Tsss..das mooi. En wat heeft dat met opleidingsschool STAIJ te maken?
Nou, STAIJ is een academische opleidingsschool met het profiel “onderzoekend en ontwerpend leren”. Dat profiel geldt niet alleen voor W&T lessen in het onderwijsaanbod maar ook voor de ontwikkeling van de studenten.
Past dat onderzoeken en ontwerpen bij de Pabo dan?
Zeker! De HvA heeft een dikke onderwijs- en onderzoeksagenda. In het Engels zelfs. “Creating tomorrow. Let’s start today” is de titel. En daarin stellen ze dat hedendaagse vraagstukken in de samenleving vragen om verbinding van praktijkonderzoek en wetenschappelijk onderzoek.
Ook heel mooi. Dus we worden hier allemaal onderzoekende en ontwerpende onderwijzers?
Precies. De HvA heeft een onderzoekslijn. En bij de UPvA staat zelfs in het uitstroomprofiel: ”Een onderzoekende leerkracht stelt vragen, kan problematiseren, gaat actief op zoek naar antwoorden door opzetten van onderzoek en door aanzetten van onderzoekende houding van anderen. De kennis die hij opdoet door zijn onderzoekende houding zet hij om in bruikbare instrumenten/middelen en past die toe in zijn onderwijs en zijn opvoedingsactiviteiten.
Tja, kennis opdoen… Weet je dat er op www.citaten.net ruim 100 citaten te vinden zijn over “kennis”? En die spreken elkaar allemaal tegen. Kennis… wijsheid... onderzoek… Ik weet het niet. Ik wil gewoon verschil maken, ertoe doen voor de kinderen in mijn klas.
Precies. Je wilt invloed uitoefenen. Daarom heb je deze opleiding gekozen.
Schoolgebonden leertaken, ULP onderzoeken, minoren en bacheloronderzoeken zijn dus essentieel voor het benutten van je (wetenschappelijke) kennis in de praktijk. Weet je trouwens wat ook een bekend citaat is?


“Als we wisten wat we deden, heette het geen onderzoek”
Albert Einstein
1879-1955
Olga Roos
Academische opleider in school


zondag 21 oktober 2012

Vindplaats onderzoeken en ontwerpend leren


Nu ik in mijn tweede jaar zit in als netwerkcoördinator/instituutsopleider vanuit de Vindplaats Onderzoekend en Ontwerpend Leren, beginnen zich op de verschillende netwerkscholen een behoorlijk aantal constructieve en veelbelovende ontwikkelingen af te tekenen.

Op een aantal scholen, zoals Aldoende, de Linnaeusschool en de Flevoparkschool zijn serieuze stappen gezet om W&T in te zetten bij hun onderwijsaanbod aan meerbegaafde leerlingen. Op deze scholen zijn werkgroepen en plusklassen in het leven geroepen. Aangezien op de verschillende netwerkscholen (o.a. Steigereiland, 5e en 8e Montessori) hiermee in het kader van het Excellentieprogramma al heel wat expertise is opgebouwd, valt er uit deze hoek waarschijnlijk nog wel wat input te verwachten.

Andere scholen, zoals de 4e Montessori en Daltonschool De Meer richten hun ontwikkelfocus op het zelfstandig werken bij W&T in het kader van de verdere uitbouw van hun schoolprofiel. Dit is een interessante zoektocht, want zoveel materiaal is er op dit gebied nog niet te vinden en de gehanteerde methodes voorzien niet altijd in de gewenste aansluiting op het schoolprofiel.

Op beide lijnen zijn inmiddels schoolgebonden leertaken uitgezet voor tweedejaars OPLIS-studenten, die zich respectievelijk bezig houden met het in kaart brengen van selectiecriteria voor plusklassen dan wel manieren om OOL als zelfstandige werkvorm in te zetten bij het Dalton en Montessori-onderwijs.
Behalve bovenstaande ontwikkelingen zijn er ook scholen die op hun eigen manier aan de weg (blijven) timmeren. Op de JP Coenschool krijgt W&T in de midden- en bovenbouw een structurele plek. Drie leerkrachten worden op regelmatige wijze gecoached in W&T en dat levert een prettige, vruchtbare samenwerking op. Hetzelfde geldt voor het Gouden Ei, waar druk wordt gepionierd met een gedurfde aanpak: kinderen van allerlei bouwen door elkaar zetten en deze vakgerichte cursussen geven door docenten die affiniteit hebben met een bepaald vak. Een aanpak die in andere landen overigens al meer gemeengoed is, althans in de bovenbouw; in zowel Scandinavische als Angelsaksische landen bestaan er voor de wereldoriënterende vakken al sinds jaar en dag vakdocenten. Maar hoe om te gaan met die ongemotiveerde  prepubers van groep 8? Geef ze een verantwoordelijkheid in de begeleiding van de jongere leerlingen en hun attitude verbetert zienderogen.

Tot slot nog even dit: op 28 november a.s. zal de STAIJ-brede inspiratiemiddag geheel in het teken staan van de Vindplaats OOL. Behalve de HvA en de UPvA zal ook het Wetenschapsknooppunt van de UvA vertegenwoordigd zijn met enkele interessante demonstraties, die direct inzetbaar zijn in de klas. Er zullen workshops aangeboden worden, o.a. over het thema meerbegaafdheid en W&T, dat bij een aantal scholen duidelijk actueel is. Meer informatie over deze veelbelovende dag volgt binnenkort, maar reserveer hem alvast in je agenda:
Tijd:  woensdag 28 november van 15.00-18.15 uur
Plaats: 5e Montessorischool

Tom van Eijck
Docent Natuuronderwijs
PABO-HvA en UPVvA
Instituutsopleider W&T STAIJ


woensdag 10 oktober 2012

De leerlingen wijzen ons de weg naar het leren in de toekomst


Het is duidelijk dat het onderwijs zich moet aanpassen aan de snel veranderende maatschappij. Maar wat betekent dit voor de leerkrachten van nu en voor de studenten, de aankomende leraren?

Afgelopen jaren ervaarde ik zelf dat door na elke lesdag stil te staan bij hoe ik de lesstof beter of anders kon overbrengen, ik een leraar in ontwikkeling was. Door nieuwere inzichten uit te proberen en toe te passen probeerde ik de leerlingen te inspireren en motiveren. Op de laatste dag van het schooljaar vroeg ik de leerlingen wat het meeste indruk had gemaakt. En ja, een aantal van hen benoemde juist die lessen waarbij ik buiten mijn comfortzone was getreden. Lessen waarbij de kinderen zelf op ontdekking konden gaan en hun eigen weg mochten vinden. Lessen waarbij ze ontdekkend tot leren kwamen.
Is het leren van nu de kinderen als zelfstandig individu een eigen weg te leren vinden in deze snel veranderende maatschappij?


De zoektocht naar bovengenoemde vraagt om veerkracht van leerkrachten, scholen en het onderwijs in het algemeen. Dit vergt reflectie van zowel de scholen, de leerkrachten maar ook de leerlingen. Dit is dan ook waar studenten op getraind worden. Op het reflecteren op hun eigen leerproces, binnen de opleiding maar ook binnen hun eigen aan te bieden onderwijs.

Daarom pleit ik er ook voor om je als lesgevende open te stellen voor die momenten waarbij je de ogen van de leerlingen ziet twinkelen, de kwartjes ziet vallen en de leerlingen niet willen stoppen met werken omdat ze zo lekker bezig zijn. Stel jezelf dan de vraag wat hebben de kinderen nu van mij als leerkracht nodig? De leerlingen wijzen ons impliciet de weg…

Beike van den Eeden
Stagecoördinator en opleider in school STAIJ

maandag 1 oktober 2012


Montessori Steigereiland(STAIJ): Beste Onderwijswerkgever van Nederland

De beste onderwijswerkgevers van 2011-2012 zijn zaterdag jl. bekend gemaakt op het AOB-congres in de Jaarbeurs. In de categorie primair onderwijs ging de onderscheiding naar de Montessorischool Steigereiland in Amsterdam van de stichting voor openbaar onderwijs; Samen tussen Amstel en IJ (STAIJ) in Amsterdam Oost (IJburg).
Steigereiland is een snel gegroeide Montessorischool op IJburg met meer dan 600 leerlingen. De school staat onder leiding van Ella Duijnker. Zij is de pionier-directeur van een school, die niet alleen uitstekend geleid wordt, maar die ook, volgens de Inspectie van het onderwijs, tot de besten in de hoogste categorie scholen behoord. Het Bestuur van Samen tussen Amstel en IJ in Amsterdam Oost is er trots op, dat de school deze eer te beurt is gevallen.

De prijzen voor beste onderwijswerkgever komen deels tot stand via nominatie van het personeel. Dat velt een oordeel over onder meer het schoolleiderschap, de geboden ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, en de kwaliteit van het werkgeverschap van de schoolleiding. Bijna drieduizend mensen werkten mee aan deze procedure; bijna vier keer zoveel als tijdens de nominatieronde van het vorig jaar.

Aan de hand van deze drieduizend beoordelingen is een jury aan het werk gegaan. Naast Fons van Wieringen (ex voorzitter van de Onderwijsraad) bestond deze voor dit jaar uit AOB-voorzitter Walter Dresscher, Marianne Heermans (burgemeester van Heemstede en voorzitter van de Amsterdamse schoolbesturenvereniging OSVO) en Coen Free, die vorig jaar als directeur van het Koning Willem I College werd verkozen tot beste werkgever in het mbo.

De verkiezing van beste onderwijswerkgever van Nederland is een initiatief van de Docentenbank en de organisaties NSO, GITP en DUO Onderwijsonderzoek, en wordt ondersteund door de Algemene Onderwijsbond. Doel van de onderscheiding is om ook aan de werkgeverskant een impuls te geven aan de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs.

dinsdag 25 september 2012

90 studenten gestart met de stage!

Na een zeer plezierige voorbereidende ontvangst in het opleidingslokaal gaan onze studenten vol goede moed naar hun nieuwe mentor en stage klas.


dinsdag 24 juli 2012

Evalueren met de studenten


Het was interessant om aanwezig te zijn bij de STAIJ-student-evaluatie van dit stagejaar op de coachingsbijeenkomst met de tweede- en derdejaars studenten. Mooi om te zien dat de studenten al meer professionele taal gebruiken bij het evalueren. Zowel mondeling als bij het invullen van de enquête werd deze professionele taal gebruikt. Dat is een onderwerp waar alle opleiders de afgelopen periode gezamenlijk aandacht hebben besteed.

Het was ook bijzonder om te zien hoe de studenten onderling op elkaar reageerden, op elkaar ingespeeld waren en het al of niet met elkaar eens waren. Er werden opvallend veel voorbeelden gegeven van positieve begeleiding en ondersteuning door mentoren en opleiders. Er waren ook wat individuele verhalen van studenten die het minder getroffen hadden in de samenwerking met hun mentor.
De studenten spraken uit dat ze het prettig vinden dat ze kunnen kiezen uit een grote diversiteit van scholen en dat ze zelf een voorkeur kunnen aangeven. Ze gaven aan het fijn te vinden om zo veel mogelijk praktijkervaring op te doen. Ze vertelden dat het leerzaam was om samen met de opleider de filmpjes die gemaakt werden tijdens het stagebezoek te bespreken. Een aantal studenten is ook met elkaar mee geweest op stagebezoek.
De adviezen van studenten voor verbetering kwamen vooral van de individuele studenten die meer aandacht van hun coach, opleider in school of mentor hadden willen hebben.
Samengevat waren de overeenkomsten positief en de adviezen ter verbetering afkomstig van individuele studenten.
Bij deze wil ik alle studenten bedanken die bij STAIJ stage hebben gelopen! Bedankt voor jullie feedback. Wij nemen jullie punten mee in de verdere ontwikkeling van OIS-STAIJ. Uiteraard wil ik namens het opleidingsteam ook alle mentoren bedanken voor de begeleiding. Bedankt voor jullie inspiratie!

Beike van den Eeden (opleider en stagecoördinator opleidingsteam STAIJ)

dinsdag 12 juni 2012

100ste GECERTIFICEERDE ICC’ER AMSTERDAM BLIJKT EEN ‘STAIJ’ER’




9 mei 2012 jl. Academie van Bouwkunst, Amsterdam:
De laatste bijeenkomst van de training Interne Cultuur Coördinator, verzorgd door expertisenetwerk MOCCA, bleek een extra bijzondere gelegenheid te zijn. Op deze dag werd namelijk de honderdste certificering binnen het Amsterdamse werkveld, verstrekt. Onder het aantal cursisten, dat met het presenteren van hun beleidsplan cultuureducatie de eindopdracht van de cursus volbracht, waren een viertal van hen van scholen binnen STAIJ. En één daarvan bleek de honderdste certificering op zijn naam te mogen schrijven: Ed Kaas van de vijfde Montessori is de 100ste ICC’er van Amsterdam.
Hij ontving uit handen van Peggy Brandon (directeur Mocca) het certificaat, bloemen, de felicitaties en werd op de foto gezet.
Naast Ed, ontvingen Agnes Roelofse van de Flevoparkschool en Frances Overwater en Cilia Hespe van De Kraal ook het certificaat ICC. Met deze certificering hebben zij bewezen cultuureducatie op hun school in visie en beleid te kunnen verwoorden om er vorm aan te geven. Kunst- , erfgoed- en media-educatie krijgen nu speciale aandacht op deze scholen. Voor Agnes, Cilia, Frances en natuurlijk Ed felicitaties en veel plezier en succes met het aansturen van jullie teams inzake cultuureducatie.

Nieuwsgierig geworden naar wat de training inhoudt, kijk dan op: http://cultuurcoordinator.nl/

Ben jij al ICC’er binnen STAIJ, wil je mij dan per E-mail een berichtje sturen. In het volgend schooljaar wil ik een platform van ICC’ers STAIJ gaan opzetten om met elkaar te sparren en elkaar te adviseren inzake het vormgeven van cultuureducatie op school. Alvast dank voor je reactie.

Ronald Hueskens (instituutsopleider vindplaats cultuureducatie De Kraal - STAIJ)

Cijfers liegen niet! Motivatie voor statistiek

De tweedejaars universitaire pabo studenten zijn bezig met de ‘harde’ wetenschap van het analyseren van de wereld door middel van cijfers. Veel mensen houden van cijfers: ze geven orde, zijn concreet en cijfers lijken in ieder geval niet subjectief (zie ook filmpje hieronder).


Wetenschappers houden vooral van cijfers omdat ze het mogelijk maken om met voldoende zekerheid (95%) uitspraken te doen over hoe de wereld in elkaar zit. Één kind tegenkomen dat een prima zelfbeeld heeft en gemotiveerd is voor school zegt natuurlijk nog niets, maar als je bij een grote groep kinderen ontdekt dat zelfbeeld en motivatie toch wel erg met elkaar samen lijken te hangen, dan kun je met statistiek dit verband makkelijker in beeld brengen en toetsen of je inderaad kunt spreken van een ‘significant’ verband. Zo ontdekten onze studenten dat kinderen minder werken vanuit angst om te falen naarmate ze een positiever zelfbeeld hebben. En ze ontdekten nog veel meer: zowel in hun data als in zichzelf. Wat betreft dat laatste: de studenten kwamen erachter dat ze daadwerkelijk iets kunnen met de moeilijke, saaie, vervelende, niet te begrijpen statistiek die ze hadden gehad bij de module AMLS (Algemene Methode Leer en Statistiek). De statistiekmotivatie van studenten binnen de sociale wetenschappen is over het algemeen niet erg hoog te noemen. Velen beginnen de studie met het idee dat statistiek echt een struikelblok zal worden en zonder duidelijk beeld van wat je allemaal kunt met statistiek. Binnen de UPvA hebben we de prachtige kans om studenten vanaf jaar één te helpen om de echte wereld om te zetten in getallen en statistiek en zo veel sneller dan bij andere sociale studies inzichtelijk te maken wat voor soort ‘gereedschap’ ze nu eigenlijk in handen krijgen. Als docent ben je bezig met het vergroten van het zelfvertrouwen van de studenten in de hoop dat ze dan open staan voor deze unieke leerkans. Eigenlijk precies wat ze gevonden hebben dus: het versterken van hun zelfbeeld om ze te laten werken zonder angst voor falen


Francine Jellesma

UPvA studenten kijken met frisse blik naar hun stage



Onze UPvA studenten hebben de opdracht om voor hun laatste  blok ULP (Universitaire Leraren Praktijk) een film van maximaal 10 minuten te maken van hun stage met als thema “diversiteit”.  
Het hoofddoel voor jaar 1 is dat studenten met de film aantonen een goed observatievermogen te hebben en de organisatie van leren en de verschillen tussen leerlingen vast te kunnen leggen. Het hoofddoel voor jaar 2 is dat de studenten aantonen een goed observatie vermogen te hebben en de verschillende aspecten van taal kunnen koppelen aan het leren van leerlingen. Ze filmen daarbij ook activiteiten die ze zelf aanbieden om die verschillende aspecten van taal bij diverse kinderen in de groep te stimuleren.
Er is een filmplan gemaakt n.a.v. workshops van De Frisse Blik http://www.defrisseblik.nl/home/98
De film wordt niet gepubliceerd maar wordt onderdeel van hun digitale portfolio. Twee opleiders en De Frisse Blik zullen de film beoordelen. Dit cijfer vormt 30 % van het cijfer voor hun gehele ULP.
Het maken van een filmplan, de verschillende opnames, de selectie en de montage is een heel karwei en wordt ook door alle studenten anders ervaren.  De techniek,  de inspiratie en de creativiteit die gevraagd wordt, doet een appel op een andere en “moderne” manier van observeren in de praktijk. “Mediawijsheid” voor aankomende leerkrachten dus!
Ik ben benieuwd naar de resultaten!

Olga Roos (academische opleider in school)

donderdag 31 mei 2012

Bezoek Batavia 25 april.

"Het is erg leuk om op een andere school te kijken.
Je ziet hoe het er op zo'n school aan toe gaat en dat is
erg interessant. Je ziet op deze school hoe ze met niet
Nederlands talige kinderen omgaan. Wij hebben daar 
niet echt een idee van en dat is erg leuk om te zien.
Het was leuk om te zien dat sommige kinderen 
schriftelijk al erg goed uit de voeten konden komen.
Dit verwacht je niet echt van deze kinderen."




Afgelopen woensdagmorgen gingen de tweedejaars studenten op bezoek bij de Bataviaschool. Zij werden daar warm onthaald en mochten in de groepen de lessen Nederlands observeren. Hieronder een aantal reacties naar aanleiding van dit bezoek.

Opvallende punten vonden de studenten:
-       Ze werken met de methode prisma. Er zijn verschillende niveaus waar de kinderen op ingedeeld worden. Doordat de leerlingen op niveau zitten, hebben ze verschillende leeftijden in de klas.
-       Er is in elke groep een klassenassistent.
-       Er wordt veel in groepjes gewerkt.
-       Er wordt veel gedifferentieerd in het vak rekenen. De kinderen hebben aparte werkboekjes waardoor de kinderen op hun eigen niveau kunnen werken.
-       De hoeveelheid materialen en aanschouwelijke dingen is opvallend.
-       Op deze school zit je een tot anderhalf jaar waarna je naar de reguliere school moet.
-       De leraar laat andere leerlingen iets vertalen voor leerlingen die de Nederlandse taal helemaal niet kunnen verstaan. Er wordt veel gesproken door middel van non-verbale communicatie.
-       De school heeft per klas kleine groepjes. De gemiddelde grootte van de klas is 10 tot 16 leerlingen. Er kunnen maximaal 80 leerlingen op deze school.


"het is een erg leuke stageplek" 
Aldus een derdejaars student die er
nu stage loopt en enthousiast is.

Tot slot; naar aanleiding van dit bezoek zijn er 9 studenten die geïnteresseerd zijn en hier stage
willen lopen. Alle leerkrachten en directie van de Bataviaschool; bedankt! 

Jeantine Geleijnse.
Coach klas 2a /3a




Blog april 2012. Didactische structuren; een toepassing.


In de coachgroep met tweede- en derdejaars studenten was het onderwerp communicatie en de Roos van Leary.



Naar aanleiding van een artikel hebben de studenten deze stof verwerkt in een analogie of een metafoor (volgens één van de didactische structuren van Marzano beklijft de stof dan beter; het noteren van overeenkomsten en verschillen volgens bepaalde structuren)
Een voorbeeldschema voor een analogie is:



De studenten vulden de analogie voor de Roos van Leary in:
 Voetbal                                                      staat tot                                    Sport                 
Als de Roos van Leary                                    staat tot                                    Communicatie

Of als:
Actie                                                      staat tot                                     Reactie
Als de Roos van Leary                  staat tot                                    Zelfbeeld
De studenten gingen bij een voorbeeld van een ander tweetal op zoek naar het verband tussen de begrippen. Ook had een student een metafoor voor de Roos van Leary bedacht.

"Bewust zijn van de Roos van Leary, is als hete koffie ietsje koeler maken met wat melk."



Jeantine Geleijnse
Coach
Klas 2A

maandag 23 april 2012

De uitstapjes, het werken met de kinderen, geen enkele dag is hetzelfde samen met de verantwoordelijkheid die ik draag, maken deze baan voor mij de droombaan.


Mijnou Selen is afgestudeerd op de Pabo in 2010, heeft in 2011 haar master  “Special Educational Needs” gedaan en is vorig jaar begonnen in groep 7 op de J.P. Coenschool en is meegegaan naar groep 8. Zij deelt groep 8 met een ervaren collega.


Mijanou vertelt:
Wat me het meest inspireert zijn de kinderen. Wanneer je ze zo ziet groeien in kennis en ontwikkeling ben je trots op jezelf en op hen. Ik zie dat ik iets goed doe. Dat geeft je inspiratie om door te gaan waar je mee bezig bent. Tijdens de master S.E.N. heb ik veel geleerd over handelingsgericht werken. Daar ben ik in gespecialiseerd en heb er veel aan in mijn dagelijkse werk. Ik heb oog gekregen voor de zorgbehoefte van kinderen. Ik heb geleerd welke benadering, aanpak, ondersteuning en instructie een leerling nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen.
Daarnaast merk ik vooral in groep 8 dat de leerlingen steeds meer aan je vast gaan klampen. Ze gaan binnenkort naar een andere school. Dat vinden ze eng. Dit is een compliment (de leerlingen gaan je missen), maar daarnaast is het ook moeilijk. Op de Pabo heb ik geleerd dat ik enerzijds een band met ze moet creëren en anderzijds moet ik ze loslaten zodat ze hun vleugels kunnen uitspreiden. En dat terwijl ik ze zelf ook heel erg ga missen. Dit is mijn eerste echt ‘eigen’ groep en we hebben een sterke band met elkaar. Het is altijd gezellig in de klas.
Iedere dag maak ik wel iets bijzonders mee, zoals laatst de Kunstschooldag. Met 6 leerlingen ontzettend veel lol gehad en kunst bekeken/gehoord. Waar doe je dat nou nog meer? Met heerlijk weer door de stad slenteren en betaalt uitgaan? Ook die dag was ik trots op mijn kinderen. Ze hebben zich perfect gedragen en waren oprecht geïnteresseerd.
De uitstapjes, het werken met de kinderen, geen enkele dag is hetzelfde samen met de verantwoordelijkheid die ik draag, maken deze baan voor mij de droombaan.



Jannie Tuin

vrijdag 13 april 2012

Intervisie op Steigereiland


Mijn vorige stuk op het BLOG-STAIJ ging over een bijeenkomst met studenten op Steigereiland.  Onderstaand stukje gaat over onze vervolgbijeenkomst.


Dit keer gingen wij via intervisie een casus uitdiepen waar zowel de reguliere studenten als de UPvA studenten baat bij hebben. De reguliere studenten lopen stage op een Montessorischool waar ze werken volgens de Montessoriprincipes met behulp van onderdelen uit het GIP-model. 
Tijdens de eerste fase van het doorlopen van de incidentmethode kwam naar voren dat iedere student een voorbeeld had waarmee de hele groep zich kon identificeren,  allemaal verschillende situaties. Doordat we de vorige bijeenkomst voor het onderwerp management hadden gekozen hebben we gekozen voor het beschreven moment van Yoeran.

Yoeran gaf een groepsles aan  groep 7 waarbij van de overige kinderen in de klas werd verwacht dat ze zelfstandig aan het werk bleven, zoals in een Montessoriklas gebruikelijk is.  Een aantal kinderen uit groep 8 vroeg  negatieve aandacht en ging niet aan het werk. Hoe hier het beste mee om te gaan.
Ik vond het zo mooi om te zien dat alle studenten verrassend actief meededen en mooie oplossingen aandroegen. Adviezen gingen over de tafel, voorbeelden werden genoemd, tips werden gegeven en er werden vragen gesteld. Hierbij zagen we dat er veel overeenkomsten waren, maar ook dat een enkele student weer een hele andere insteek had.
Een andere insteek kwam van Marthe, een student die ook in de bovenbouw stage loopt. Marthe adviseerde, in tegenstelling tot de rest van de groep, om de klas niet stil te leggen. Zij zou de kinderen uit de  groepsles een opdracht geven en zelf effectief een snelle ronde inzetten. Zij adviseerde om de jongens uit groep 8 dan kort op hun gedrag aan te spreken en afspraken te maken over hun werk.  
Yoeran had het gevoel met de tips, adviezen en inzichten verder te kunnen en had nu meer tools in handen. Na klassenmanagement in een Montessoriklas nog eens kort door genomen te hebben gingen de studenten moe en geïnspireerd weer naar hun klas.

Het was een waardevolle bijeenkomst. Het was een opleidings-, groeps- en studiejaar doorbrekende intervisie met als gemene deler : dezelfde stageschool. Ik vond het zeer inspirerend om zoveel talent actief met elkaar aan het werk te zien.
Met dank aan Yoeran, Marthe, Sem, Robin, Nina, Bahar, Asmae en Robin! (Elsemiek kon hier jammer genoeg niet bij zijn.)

Beike van den Eeden, Opleider in school onder andere op Steigereiland

donderdag 5 april 2012

UPvA onderzoek naar Leerlingvolgsysteem en Taal & Diversiteit.



Naast het ontwikkelen van hun leerkrachtvaardigheden doen de eerste en tweedejaars UPvA studenten bij STAIJ elke periode onderzoek in de scholen.




De eerstejaars hebben de opdracht om een onderzoeksvraag uit de school te beantwoorden  met gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Zij leren deze anonieme(!) gegevens in te voeren in het statistiekprogramma SPSS en zoeken twee wetenschappelijke artikelen bij de onderzoeksvraag. Het verslag van deze opdracht koppelen ze weer terug naar de school.






De tweedejaars hebben hun eigen taalgebruik en communicatie onder de loep genomen aan de hand van twee praktijkboeken. Hun onderzoek wordt een casestudy waarin ze twee leerlingen vergelijken op onderdelen uit de Taaltoets Alle Kinderen, de woordenschattoets Cito of de STAP (Spontane TaalAnalyse Procedure).

Ook deze opdracht zullen de studenten weer terugkoppelen naar hun stageschool.

Boektitels:

 “Taalontwikkeling op school. Handboek voor interactief onderwijs” van Marianne Verhallen en Ruud Walst. Uitgeverij Coutinho.

“Culturele Waarden en Communicatie. In internationaal perspectief” van  Marie-Thérèse Claes en Marinel Gerritsen. Uitgeverij Coutinho


Olga Roos (academische opleider in school)