dinsdag 12 juni 2012

100ste GECERTIFICEERDE ICC’ER AMSTERDAM BLIJKT EEN ‘STAIJ’ER’




9 mei 2012 jl. Academie van Bouwkunst, Amsterdam:
De laatste bijeenkomst van de training Interne Cultuur Coördinator, verzorgd door expertisenetwerk MOCCA, bleek een extra bijzondere gelegenheid te zijn. Op deze dag werd namelijk de honderdste certificering binnen het Amsterdamse werkveld, verstrekt. Onder het aantal cursisten, dat met het presenteren van hun beleidsplan cultuureducatie de eindopdracht van de cursus volbracht, waren een viertal van hen van scholen binnen STAIJ. En één daarvan bleek de honderdste certificering op zijn naam te mogen schrijven: Ed Kaas van de vijfde Montessori is de 100ste ICC’er van Amsterdam.
Hij ontving uit handen van Peggy Brandon (directeur Mocca) het certificaat, bloemen, de felicitaties en werd op de foto gezet.
Naast Ed, ontvingen Agnes Roelofse van de Flevoparkschool en Frances Overwater en Cilia Hespe van De Kraal ook het certificaat ICC. Met deze certificering hebben zij bewezen cultuureducatie op hun school in visie en beleid te kunnen verwoorden om er vorm aan te geven. Kunst- , erfgoed- en media-educatie krijgen nu speciale aandacht op deze scholen. Voor Agnes, Cilia, Frances en natuurlijk Ed felicitaties en veel plezier en succes met het aansturen van jullie teams inzake cultuureducatie.

Nieuwsgierig geworden naar wat de training inhoudt, kijk dan op: http://cultuurcoordinator.nl/

Ben jij al ICC’er binnen STAIJ, wil je mij dan per E-mail een berichtje sturen. In het volgend schooljaar wil ik een platform van ICC’ers STAIJ gaan opzetten om met elkaar te sparren en elkaar te adviseren inzake het vormgeven van cultuureducatie op school. Alvast dank voor je reactie.

Ronald Hueskens (instituutsopleider vindplaats cultuureducatie De Kraal - STAIJ)

Cijfers liegen niet! Motivatie voor statistiek

De tweedejaars universitaire pabo studenten zijn bezig met de ‘harde’ wetenschap van het analyseren van de wereld door middel van cijfers. Veel mensen houden van cijfers: ze geven orde, zijn concreet en cijfers lijken in ieder geval niet subjectief (zie ook filmpje hieronder).


Wetenschappers houden vooral van cijfers omdat ze het mogelijk maken om met voldoende zekerheid (95%) uitspraken te doen over hoe de wereld in elkaar zit. Één kind tegenkomen dat een prima zelfbeeld heeft en gemotiveerd is voor school zegt natuurlijk nog niets, maar als je bij een grote groep kinderen ontdekt dat zelfbeeld en motivatie toch wel erg met elkaar samen lijken te hangen, dan kun je met statistiek dit verband makkelijker in beeld brengen en toetsen of je inderaad kunt spreken van een ‘significant’ verband. Zo ontdekten onze studenten dat kinderen minder werken vanuit angst om te falen naarmate ze een positiever zelfbeeld hebben. En ze ontdekten nog veel meer: zowel in hun data als in zichzelf. Wat betreft dat laatste: de studenten kwamen erachter dat ze daadwerkelijk iets kunnen met de moeilijke, saaie, vervelende, niet te begrijpen statistiek die ze hadden gehad bij de module AMLS (Algemene Methode Leer en Statistiek). De statistiekmotivatie van studenten binnen de sociale wetenschappen is over het algemeen niet erg hoog te noemen. Velen beginnen de studie met het idee dat statistiek echt een struikelblok zal worden en zonder duidelijk beeld van wat je allemaal kunt met statistiek. Binnen de UPvA hebben we de prachtige kans om studenten vanaf jaar één te helpen om de echte wereld om te zetten in getallen en statistiek en zo veel sneller dan bij andere sociale studies inzichtelijk te maken wat voor soort ‘gereedschap’ ze nu eigenlijk in handen krijgen. Als docent ben je bezig met het vergroten van het zelfvertrouwen van de studenten in de hoop dat ze dan open staan voor deze unieke leerkans. Eigenlijk precies wat ze gevonden hebben dus: het versterken van hun zelfbeeld om ze te laten werken zonder angst voor falen


Francine Jellesma

UPvA studenten kijken met frisse blik naar hun stage



Onze UPvA studenten hebben de opdracht om voor hun laatste  blok ULP (Universitaire Leraren Praktijk) een film van maximaal 10 minuten te maken van hun stage met als thema “diversiteit”.  
Het hoofddoel voor jaar 1 is dat studenten met de film aantonen een goed observatievermogen te hebben en de organisatie van leren en de verschillen tussen leerlingen vast te kunnen leggen. Het hoofddoel voor jaar 2 is dat de studenten aantonen een goed observatie vermogen te hebben en de verschillende aspecten van taal kunnen koppelen aan het leren van leerlingen. Ze filmen daarbij ook activiteiten die ze zelf aanbieden om die verschillende aspecten van taal bij diverse kinderen in de groep te stimuleren.
Er is een filmplan gemaakt n.a.v. workshops van De Frisse Blik http://www.defrisseblik.nl/home/98
De film wordt niet gepubliceerd maar wordt onderdeel van hun digitale portfolio. Twee opleiders en De Frisse Blik zullen de film beoordelen. Dit cijfer vormt 30 % van het cijfer voor hun gehele ULP.
Het maken van een filmplan, de verschillende opnames, de selectie en de montage is een heel karwei en wordt ook door alle studenten anders ervaren.  De techniek,  de inspiratie en de creativiteit die gevraagd wordt, doet een appel op een andere en “moderne” manier van observeren in de praktijk. “Mediawijsheid” voor aankomende leerkrachten dus!
Ik ben benieuwd naar de resultaten!

Olga Roos (academische opleider in school)