zaterdag 17 november 2012

Onderzoek moet je doen?


Vaak wordt er verbaasd gekeken als we vertellen dat tegenwoordig op de pabo onderzoek belangrijk wordt gevonden. Bij het woord onderzoek schieten er allerlei beelden en oordelen door onze hoofden en de media met de fraude op wetenschappelijk onderzoeksgebied heeft hier geen goede bijdrage aan geleverd. Wat maakt dan dat we op de Pabo-HvA dit toch willen en belangrijk hebben gemaakt? 



Allereerst wil ik dan het onderscheid maken tussen wetenschappelijk onderzoek (waarvan het doel is een bijdrage te leveren aan de maatschappij en de wetenschap in het bijzonder) en praktijkonderzoek (waarin de eigen praktijk en werkplek centraal staat). Wij willen graag de studenten  aanzetten tot ‘systematisch nadenken en uitproberen met betrekking tot een probleem waarvoor je een oplossing zoekt (Kallenberg et al., 2011. p. 91)’.  Het grotere doel is een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen en eigen lesvaardigheden en individuele kinderen in het bijzonder. Dit heeft ook te maken met onze snel veranderende maatschappij die steeds meer een lerende samenleving wordt en de ontwikkelingen in de technologie die elkaar snel opvolgen (Simons, 1999).


Om studenten voor te bereiden op het afstudeeronderzoek starten we in jaar 1 met practica onderzoeksvaardigheden. Voorbeelden hiervan zijn ‘systematisch kijken naar kinderen (observeren)’, ‘documenteren en analyseren’, interviewen en systematisch vragen stellen. Deze practica verbinden we met de praktijk door een beroepsopdracht te formuleren waarbij de studenten in hun eigen stageklas bijvoorbeeld kinderen op systematische manier gaan observeren of waarbij studenten ouders gaan interviewen over verwachtingen van de school. Hierbij nemen we student in jaar 1 bij de hand, laten we ze in het tweede jaar meer los (gaan dan zelf hoofd- en deelvragen formuleren) om ze tot slot in opdracht van de school in hun LIOjaar een afstudeeronderzoek te laten maken.

Wat levert dit nu op? Het laatst genoemde practicum , systematisch vragen stellen, vindt plaats in het eerste gedeelte van jaar 2, waarbij de studenten aan de hand van de hoofdvraag; “Hoe ga je om met verschillen tussen kinderen?” aan de slag gaan om een kritische beginsituatie vast te stellen. Dit doen zij zodat zij beter voorbereid periode twee in de stage aan de slag gaan en meer hun onderwijs kunnen afstemmen op de verschillende kinderen binnen hun eigen stageklas. Eén student trok de volgende conclusie:
“In mijn lessen ga ik voor divergente differentiatie: elk kind gaat op eigen tempo en niveau door de stof, elk met eigen leerdoelen. Ik wil bewust minder sterke kinderen vaak een beurt geven. Omdat zwakkere kinderen vaak minder opvallen is de valkuil dat alleen sterke opvallende kinderen een beurt krijgen. “

Jeantine Geleijnse (coach Pabo)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten