woensdag 11 mei 2011

Onderzoeksmatig werken


Voor studenten wordt onderzoek doen en onderzoeksmatig kijken naar hun eigen handelen steeds belangrijker. Terecht kan de vraag gesteld worden; “Worden zij daar een betere leerkracht van?”. Wij zijn van mening dat dit wel het geval is. Door kritisch te kijken en systematisch te volgen kijk je als student inzicht in de gevolgen van bepaalde handelingen. Het gaat niet om ontwikkelen van nieuwe kennis, maar helpt bij het oplossen van praktische vraagstukken en verbeteren van de praktijk. Het maakt nieuwsgierig en werkt van binnenuit op een vraag van een student of leerkracht. 
Er wordt gewerkt met een hypothese vooraf (wat denk ik dat de uitslag wordt/ het antwoord op de gestelde vraag is). Daarna wordt er door middel van enquêtes, interviews, uitslagen van een leerlingvolgsysteem e.d. informatie verzameld en gekeken of het klopt met de eigen hypothese. Zo zijn er afgelopen half jaar studenten bezig geweest met het volgen van leerlingen op rekengebied; er werd gekeken welke CITOscore zij hadden in groep 2 (M2) en daarna welke score dezelfde kinderen hadden behaald in groep 6 (E6). 


De hypothese was: “Wij denken dat de uitslag van E6 rekenen hoger uitvalt omdat er in de tussenliggende jaren aan de verbeterpunten is gewerkt wat uit de uitslag van M2 ordenen is gekomen.
Wij denken dat er tussen regulier en Montessori weinig tot geen verschil zal zijn.” 
Natuurlijk hoeven deze studenten geen wetenschappelijk onderzoek te doen en zijn de conclusies erg voorzichtig gesteld. Maar de voorzichtige gevolgen van deze vergelijking is dat er een groot verschil is tussen de scholen.




Blauw:                        gelijk gebleven score
Groen:                         stijging in score
Rood:                          daling in score



Daarna proberen de studenten ook hiervoor mogelijke verklaringen te vinden.
“Onze theorie 
De leerlingen in het regulier onderwijs dalen volgens de resultaten met CITO omdat ze worden getraind in de vaardigheden die volgens CITO getoetst worden in de kleutergroep, maar worden niet voorbereid op de toetsen van hogere leerjaren omdat die gebaseerd zijn op getalbegrip. In het Montessori scoren de leerlingen in de kleutergroep minder hoog, omdat ze niet overwegend getraind worden op ordenen voor het CITO, maar ze stijgen of blijven gelijk omdat ze in de kleuterklas wel worden voorbereid op de Cito-toetsen die gebaseerd zijn op getalbegrip in de hogere leerjaren. 
Dus eigenlijk zou ons advies aan CITO zijn dat zij hun CITO toets rekenen bij de kleuters zouden aanpassen, zodat deze meer toetst wat te maken heeft met getalbegrip.”  

Jeantine Geleijnse
PABO van de HvA onderwijs en opvoeding

UPvA studenten onderzoeken misconcepten en ontwerpen lesmateriaal voor W&T




In dit laatste opleidingsblok van onze eerstejaars UPvA studenten staan uiteraard weer leerkrachtvaardigheden met onderzoeksvaardigheden centraal.  Deze keer heeft Welmoet Damsma van de (Universitaire) Pabo de opdrachten voor onze ULP 5 (Universitaire Leraren Praktijk) ontworpen.
Het eerste doel is dat de studenten inzicht krijgen in het denken van kinderen op het gebied van wetenschap en techniek. Het tweede doel is dat de studenten effectief lesmateriaal leren ontwikkelen over een specifiek natuurwetenschappelijk concept.
De studenten krijgen informatie en inspiratie via de colleges van Welmoet en onze ULP-bijeenkomsten op donderdagochtend. De instituutsopleider en de academische opleider in school verbinden deze donderdagen de Engelse onderzoeksliteratuur over misconcepten (of “naïeve concepten” ) van kinderen op het gebied van wetenschap en techniek met de verschillende praktijken van lesgeven op de stagescholen.  
Studenten hebben van ons literatuur m.b.t. gespreksvaardigheden met kinderen gekregen en verwijzingen naar bronnen zoals de websites http://www.talentenkracht.nl en http://www.wtwijzer.nl. met o.a. de Leerlijn Onderzoeken en Ontdekkend Leren. Hoe gebruiken onze studenten deze theorie voor hun stagepraktijk? Wat doen ze praktisch?
-       Ze kiezen in tweetallen een bekend misconcept, interviewen daar kinderen over en nemen dat  op video op. Belangrijk voor het leren opzetten en uitvoeren van een open vraaggesprek met kinderen!
-       Deze interviews gebruiken ze voor een concrete beginsituatie voor het opzetten en uitvoeren van een lessenserie volgens de 7 stappen didactiek. Belangrijk om te oefenen met deze didactische werkvorm en om W&T-doelen te leren formuleren voor een bepaalde leeftijdsgroep kinderen.
-       De lessencyclus, met de doelen en een evaluatiemiddel presenteren onze studenten aan studenten van een andere opleidingsschool (Sirius) . Ze leren vragen om feedback om hun materiaal nog te kunnen bijstellen. Belangrijk om te leren inschatten of de doelen die je wilt bereiken ook met deze materialen en werkwijzen te bereiken zijn! 
-       De lessencyclus wordt met z’n tweeën uitgeprobeerd en studenten oefenen “participerend te observeren” tijdens de lessen.
De interviews, de lessencyclus, de resultaten en het eigen proces van onderzoek en ontwerp worden in een verslag geanalyseerd en weer verbonden met de literatuur. Op hun eigen rol wordt gereflecteerd.
Zo hebben we in dit proces samen ook een groot deel van de didactiek zelf ervaren: vanaf de confrontatie met de misconcepten, door verkenning, experimenteren en presenteren een conclusie trekken en dat weer presenteren in een verslag. Verdieping komt in de blokken 7 en 8 in het 2e jaar.

En oh ja, de studenten moeten ook nog op eigen niveau een essay schrijven over hun gekozen concept uit de lessencyclus. Dus niet op kindniveau maar op volwassen niveau! Ik zal ze graag lezen en als bron bewaren. Want als ik iets heb geleerd van deze ULP, dan is het wel dat mijn eigen kennis van Natuur en Techniek nog steeds heel wat misconcepten en preconcepten bevat!



Olga Roos 
Academische opleider in school